Norm: Instructie en training

Professioneel omgaan met ongewenst gedrag kan voorkomen dat een situatie uit de hand loopt. Ernstige incidenten kunnen zodoende worden voorkomen.

Inhoud van deze pagina

Norm

De werkgever zorgt voor training en/of scholing van leidinggevenden en werknemers.

Minimum eisen

  • Alle werknemers zijn geïnformeerd over schoolveiligheidsbeleid inzake agressie, geweld, pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en homo-intimidatie.
  • Alle werknemers zijn geïnstrueerd over taken en verantwoordelijkheden die zij op grond van het schoolveiligheidsbeleid hebben en over hetgeen van hen wordt verwacht bij incidenten.
    Werknemers met een bijzondere taak in geval van een incident, bijvoorbeeld ontruimen, zijn zodanig getraind dat zij de opgedragen taak kunnen uitvoeren (zie ook de norm Bedrijfshulpverlening en schoolnoodplan).
  • Werknemers die contact hebben met leerlingen, ouders / verzorgers zijn in ieder geval getraind in het hanteren van agressie en het inzetten van de-escalatietechnieken.
  • Alle ouders en leerlingen zijn geïnformeerd over het schoolveiligheidsbeleid inzake agressie, geweld, pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en homo-intimidatie.

Wensen

De instructie en training moeten periodiek herhaald worden. Er is geen verplichte vorm of herhalingsfrequentie, maar is afhankelijk van de noodzaak en behoefte.

Licht werknemers periodiek voor over:

  • de gevolgen die incidenten van agressie, geweld, pesten, discriminatie en seksuele intimidatie voor de werknemers kunnen hebben;
  • de maatregelen die de school getroffen heeft in de strijd tegen agressie, geweld, pesten, discriminatie en seksuele intimidatie;
  • wie verantwoordelijk is/zijn voor melding van incidenten, nemen van maatregelen;
  • wie de vertrouwenspersoon (voor werknemers) is;
  • het schoolbeleid ten aanzien van aangifte of melding doen;
  • hoe schadeverhaal te doen;
  • welke nazorgmogelijkheden er zijn binnen en buiten school.

Instrueer werknemers periodiek over:

  • correcte bejegening van leerlingen en ouders;
  • het voeren van een slecht nieuws gesprek met ouders en leerlingen;
  • hoe de medewerker moet omgaan met een geval van agressie, geweld, pesten, discriminatie, seksuele intimidatie of homo-intimidatie;
  • hoe te handelen bij en na een incident;
  • bij wie incidenten gemeld moeten worden;
  • wat te doen als agressie of geweld niet meer te beheersen is;
  • voorzorgsmaatregelen in te zetten;
  • hoe bij te dragen aan veiligheid in de gang, de kantine/aula, op het schoolplein.

Werknemers worden zo vaak als nodig getraind in:

  • werking van het agressiemechanisme;
  • omgaan met instrumentele agressie en grensoverschrijdend gedrag door grenzen te stellen;
  • kennis van eigen primaire reacties (vluchten/vechten/vriezen);
  • emotionele zelfcontrole en beheersing;
  • omgaan met frustratieagressie door te de-escaleren, feedback te geven en feedback te ontvangen;
  • collegiale ondersteuning geven.