Schoolvoorbeeld:
Waar sta ik? Waar wil ik naartoe? Professionele ontwikkeling na je veertigste

Om in de regio Rijnstreek de knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken, biedt Platform Rijnstreek onder meer de succesvolle training ‘Halverwege’ aan. Halverwege vergroot de duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de leeftijd van 40 tot 50, besteedt werkelijke zorg aan hun welbevinden, en versterkt hun vermogen om ook professioneel te blijven groeien. Bijzonder is dat oud-deelnemers ook zélf trainer kunnen worden.

Inhoud van deze pagina

De training ‘Halverwege’ is ontwikkeld door CSG De Goudse Waarden (Gouda) ontwikkeld in samenwerking met het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden (IVLOS) van de Universiteit Utrecht. Via Platform Rijnstreek is Halverwege uitgerold in de hele Rijnstreek. Halverwege wordt telkens per school aangeboden aan een groep van tien tot vijftien deelnemers die ongeveer halverwege hun loopbaan als docent of OOP’er zijn. Deelname is altijd vrijwillig. Na een intakegesprek werken de deelnemers in de training stapsgewijs toe naar een persoonlijk portfolio. Dat vormt een weergave van hun individuele ontwikkelingsperspectief op de toekomst. Doel is dat er vervolgens in de school zelf verder invulling aan wordt gegeven, in samenspraak met de schoolleiding en als onderdeel van de gesprekkencyclus. Halverwege vergt dus nadrukkelijk een samenspel tussen training en schoolorganisatie. Vandaar dat het moment waarop scholen de training aanbieden niet alleen afhankelijk is van de beschikbaarheid van de trainers, maar ook van hun interne situatie en visie en beleid van leidinggevenden. De training zelf beslaat vijf hele dagen binnen een periode van ongeveer een half schooljaar. De kern van Halverwege is, dat deelnemers op een ontwikkelingsgerichte manier aan de slag gaan met de tweede helft van hun loopbaan, vanuit de visie dat scholen duurzaam willen bouwen aan hun personeelsbeleid en medewerkers persoonlijk willen blijven groeien. Platform Rijnstreek wil ervoor zorgen dat scholen de training uiteindelijk geheel zelfstandig kunnen verzorgen. Vandaar dat er ook een losstaand train-de-trainer-traject aan Halverwege is toegevoegd, waarbij telkens twee oud-deelnemers zelf de daarvoor benodigde vaardigheden opdoen.

Effect op arbo

Het welbevinden van docenten stijgt merkbaar; docenten stralen meer plezier in hun werk uit, wat ook het ziekteverzuim onder de doelgroep sterk positief kan beïnvloeden.
Deelnemers zijn zich meer bewust van hun opgebouwde ervaring en gaan zelfbewuster om met hun eigen kwaliteiten en uitdagingen – in relatie tot hun beroep en in verhouding tot hun collega’s in en buiten het team. Hierdoor ervaren zijn hun rol en positie in de school positiever.

Winst

  • Het portfolio dat Halverwege oplevert, geeft deelnemers en leidinggevenden een ontwikkelingsplan in handen dat in de gesprekkencyclus over hun ontwikkeling terug kan komen.
  • Als een school collega’s in huis heeft die andere collega’s kunnen trainen, is dat financieel aantrekkelijk. Maar het is ook zeker dat de trainers de taal en cultuur van de school kennen en uitdragen. Tevens kan de training optimaal en duurzaam worden ingebed in organisatie en beleid.

Plus- en minpunten

+ Met Halverwege kan de schoolleiding haar medewerkers aanbieden om nu eens zelf, in alle rust, aan de slag te gaan met hun ontwikkeling. Docenten en OOP’ers ervaren zo de aandacht en erkenning die de schoolleiding voor hen heeft, als mens en in hun vakmanschap.
+ Via de training Halverwege krijgen docenten en OOP’ers meer grip op hun professionele én persoonlijke toekomst. Dit versterkt hun welbevinden en de manier waarop zij hun werk ervaren.
+ Het train-de-trainer-programma maakt het mogelijk om ‘Halverwege’ tot in lengte van jaren te borgen in organisatie en beleid.

Voorwaarde

Voor het succes van Halverwege is het noodzaak dat de schoolleiding bereid is tot (eventuele) veranderingen in de schoolcultuur, (in een gesprekscyclus) een open dialoog met collega’s kan voeren over het persoonlijk ontwikkelingsplan en het psychische, lichamelijke en professionele welbevinden van haar medewerkers voorop stelt.

Tijd

De training Halverwege zelf beslaat vijf hele (werk)dagen, verspreid over een periode van een half jaar. In de tussentijd krijgen deelnemers ‘huiswerk’ mee. In voorbereiding daarop is er op directieniveau tijd nodig voor planning, organisatie en introductie richting medewerkers. Voorafgaand aan de training voeren de trainers met iedere inschrijver een (telefonisch) intakegesprek.

Kosten

De kosten van training en trainers worden in de Rijnstreek per school gedekt vanuit de via het Platform Rijnstreek beschikbare subsidie*. De investering van de scholen zelf behelst de uren van alle deelnemers en de eventuele kosten voor de interne organisatie, planning en werving.

*Het Platform is alleen actief voor scholen in de Rijnstreek. Met het nu nog beperkte aantal Halverwege-trainers kunnen momenteel alleen de scholen in de regio worden bediend. Via gelijkaardige platforms in andere regio’s en het train-de-trainer-programma kan Halverwege echter relatief eenvoudig worden overgedragen. Projectleider Jos Berg (zie ‘Meer weten over dit schoolvoorbeeld') geeft graag meer informatie.

Tips

  • Bepaal van tevoren in hoeverre de training past binnen het beleid van de school. Schoolleiding of bestuur moeten er echt voor kunnen gaan staan, en bekijken hoe de training in het beleid past, voor wie deze geschikt is, en hoe deze organisatorisch wordt ingericht.
  • Het moment van inplannen is erg belangrijk, de organisatie moet bijvoorbeeld voldoende ruimte kunnen bieden aan de training.
    Commitment van schoolleiding/bestuur is het halve werk. Docenten en OOP’ers keren met een persoonlijk ontwikkelingsplan terug de organisatie in. Het is cruciaal dat zij dan leidinggevenden treffen die actief kunnen meedenken over de invulling ervan.
  • De training wordt door telkens twee trainers gegeven, omdat er tijdens de trainingsdagen veel ‘gebeurt’ met de deelnemers – professioneel, maar ook persoonlijk.
  • Trainers houden standaard vooraf een intakegesprek met iedereen die zich heeft aangemeld. In sommige gevallen kan ‘Halverwege’ misschien niet de juiste keuze zijn.
  • Het is belangrijk dat deelnemers tijdens de training letterlijk buiten de school zijn. Een (heel) andere omgeving helpt om de rust te bereiken die nodig is om aan de slag te gaan met je professionele en persoonlijke ontwikkeling.
    Plaats ‘Halverwege’ bij de introductie binnen de school in de juiste context, om te voorkomen dat medewerkers het aanbod van de training verschillend gaan interpreteren.
  • Hoewel de training identiek is, volgen docenten en OOP’ers Halverwege op de scholen in de Rijnstreek elk in een eigen groep: ze communiceren beide in een iets andere ‘taal’ en hebben een andere invulling van hun werk.
  • Project Halverwege stelt voor de planning en introductie van Halverwege verschillende hulpmiddelen te beschikking aan scholen, zoals een brief en een brochure (zie ‘Meer weten over dit schoolvoorbeeld').
Reageren

Reacties (1)

  • J. Van Vehmendahl woensdag 9 september 2015

    In het artikel heeft men het over 40 en 50 jaar. Hoe zit het met werknemers die 60 jaar en ouder zijn?

Reageer op dit schoolvoorbeeld