Norm: Werkdruk en werkstress

Op termijn kan te hoge werkdruk leiden tot werkstress. Werk dat de werknemer onvoldoende uitdaagt kan ook leiden tot werkgerelateerde stress (in dit geval ook bore-out genoemd). Het gevaar is een zodanig slechte match tussen het werk dat gedaan moet worden en degene die het werk moet uitvoeren dat de werknemer het risico loopt op het ontwikkelen van psychische, mentale en / of fysieke gezondheidsklachten.

Inhoud van deze pagina

Norm: voorkomen en beperken van werkstress

De werkgever voert een beleid gericht op het voorkomen en als dat niet mogelijk is, beperken van het risico op werkstress.

Werkstress kan worden opgevat als een symptoom van een situatie die uit balans is. Een disbalans tussen enerzijds de eisen van het werk wat betreft inhoud van het werk en de context van het werk en anderzijds de mogelijkheden van de werknemer om het werk goed uit te voeren.[1]

Met werkstress bedoelen we stress die in of door het werk optreedt. Stress is een toestand die op de korte termijn kan leiden tot belastingsverschijnselen zoals, vermoeidheid, verminderde alertheid en een hogere herstelbehoefte. Langdurige stress kan uitval veroorzaken door psychische klachten zoals burn-out en depressie of fysieke klachten bijvoorbeeld aan het bewegingsapparaat of hart- en vaatziekten.[2]

Behalve dat werkstress direct tot een verminderde arbeidsproductiviteit leidt door verzuim, kan het ook gevolgen hebben voor de leeftijd tot waarop mensen kunnen doorwerken. Hoewel de effecten van werkstress uit de literatuur duidelijk zijn, ontbreken kwantitatieve en causale gegevens over de relatie tussen blootstelling aan werkdruk (het arbeidsrisico) en de gezondheidseffecten.[3]

[1] Werkdefinitie van werkdruk TNO. Rapport werkdruk. TNO 19 december 2012
[2] We volgen hier de definitie van Arbowet art. 1.3.f. en het briefadvies
Werkdruk, van de Gezondheidsraad van 23 maart 2011 Publicatienr. 2011/05
[3] Briefadvies Werkdruk, van de Gezondheidsraad van 23 maart 2011 Publicatienr. 2011/05

Minimum eisen

De werkgever voert een beleid gericht op het voorkomen en als dat niet mogelijk is, beperken van het risico op werkstress.

Met inachtneming van de stand van de wetenschap, en professionele dienstverlening [1] worden:

  • De risico’s ten aanzien van werkstress in het kader van de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) periodiek geïnventariseerd en beoordeeld.
  • In het plan van aanpak behorende bij de RI&E, maatregelen vastgesteld en uitgevoerd om werkstress te voorkomen of als dat niet mogelijk is te beperken.
  • Werkstress gerelateerde verbetermaatregelen getroffen:
  1. waarvoor primair de werkgever aanspreekbaar is. Dit zijn vooral context- en organisatie-gebonden factoren (o.a. afname van werkdruk, toename van werkhulpbronnen).
  2. waarvoor primair de werknemer aanspreekbaar is. Dit zijn vooral individueel psychische en/of gedragsmatige factoren (o.a. verminderen van psychosomatische klachten en ziekteverzuim, verbeteren van coping strategieën en in stand houden van werktevredenheid).
  • De maatregelen regelmatig getoetst aan de ervaringen die daarmee zijn opgedaan en past de werkgever respectievelijk de werknemer de maatregelen aan zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring daartoe aanleiding geeft.
  • Werknemers voorgelicht en onderricht over de risico’s van werkstress alsmede over de maatregelen die er op zijn gericht werkstress te voorkomen of te beperken en arbeid waarbij risico bestaat op het ontstaan van werkstress.
  • Werknemers periodiek in de gelegenheid gesteld een onderzoek te ondergaan, dat erop is gericht de risico's die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich brengt zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
  • Maatregelen gericht op het beperken van werkstress een integraal onderdeel van het HR-beleid. Onder HR-beleid wordt o.a. begrepen: werving en selectie, opleiding en professionalisering en maatregelen gericht op het bevorderen van duurzame inzetbaarheid en vitaliteit.

[1] De Multidisciplinaire Richtlijn Werkdruk van NVAB, BA&O, NVvA, NVVK, 2013 is de actuele stand van de wetenschap, en professionele dienstverlening.

Doen

Werkdrukbeleid
Het thema werkdruk vraagt om een systematische aanpak binnen de school, waarbij de medewerkers zelf en de pmr nauw worden betrokken. De werkgever stelt een werkdrukbeleid/werkdrukplan op met minimaal de volgende onderdelen:

A. werkdrukonderzoek;
B. het vaststellen en treffen van maatregelen tegen hoge werkdruk
(inclusief de aanwending van de werkdrukmiddelen zoals beschreven in de CAO VO);
C. het evalueren en waar nodig bijsturen van de werkdrukaanpak;
D. voorlichting over werkdruk aan medewerkers.

NB. Met de Zelfinspectietool Werkdruk van de Nederlandse Arbeidsinspectie is na te gaan in hoeverre het werkdrukbeleid van een school aan de regelgeving voldoet.

A. Werkdrukonderzoek
Het in kaart brengen van werkdruk, werkdrukgevolgen en werkdrukoorzaken vindt in twee stappen plaats:

Stap 1: Eerste inventarisatie (RI&E)
In de RI&E beoordeelt de school een aantal verschillende werkdrukbronnen die binnen het werk van belang zijn. Denk hierbij aan:

  • de inhoud van het werk;
  • de hoeveelheid werk;
  • werktempo;
  • werk- en rusttijden;
  • contact met leidinggevenden, collega’s en externen;
  • werk-privébalans;
  • emotioneel belastend werk;
  • bereikbaarheid door digitalisering;
  • rust- en herstelmogelijkheden;
  • ingrijpende gebeurtenissen (zoals bedrijfsongevallen of grensoverschrijdend gedrag).

De RI&E moet laten zien:

  • Welke groepen werknemers of functies risico lopen op een te hoge werkdruk.
  • Waar en wanneer dat risico zich vooral voordoet.

De school kan voor deze eerste inventarisatie gebruik maken van de Arboscan VO (het RI&E-instrument van de sector) en de bijbehorende Quick Scan PSA (een korte enquête waarin met name de ervaren werkdruk centraal staat).

Verder kan de school putten uit:

  • een overzicht van de arbodienstverlener waarin is aangegeven welk deel van het werkgebonden ziekteverzuim psychische oorzaken heeft;
  • de resultaten van een eventueel medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO);
  • signalen van veelvuldig overwerk;
  • meldingen van de pmr;
  • ongevallen, incidenten en ongewenst gedrag waarbij werkdruk een rol kan hebben gespeeld;
  • klachten van medewerkers;
  • verslagen van (team)overleggen.

Stap 2: Verdiepend werkdrukonderzoek
In samenspraak met de pmr wordt op grond van de eerste inventarisatie bezien in welke organisatieonderdelen of personeelscategorieën werkdruk als een knelpunt geldt; daar waar de RI&E uitwijst dat er een gemiddeld tot hoog risico op werkdruk is. Voor deze personeelscategorieën laat de werkgever, in samenspraak met de pmr, een verdiepend onderzoek naar de werkdruk uitvoeren.

Dit verdiepend onderzoek brengt de oorzaken van de te hoge werkdruk bij de betreffende medewerkers in beeld. De volgende eisen van de Nederlandse Arbeidsinspectie aan een verdiepend werkdrukonderzoek worden daarbij opgevolgd:

  • In het verdiepend onderzoek worden de vragen op zo’n manier gesteld dat uit de resultaten van het onderzoek de oorzaken van de te hoge werkdruk (werkdrukbronnen) kunnen worden afgeleid.
  • De resultaten van het onderzoek moeten per team, afdeling of functiesoort zichtbaar gemaakt kunnen worden.
  • De vragen of stellingen in de vragenlijst moeten zo zijn opgesteld, dat de oorzaken van te hoge werkdruk kunnen worden afgeleid uit de resultaten. Er moet dus een duidelijke relatie zijn tussen de oorzaak (de werkdrukbronnen) en het gevolg van te hoge werkdruk.
  • Het is daarbij belangrijk dat de anonimiteit van de werknemers blijft gewaarborgd.
  • Minstens de helft van de medewerkers moet meedoen en bespreek de resultaten met de medewerkers.

Er is een onderscheid te maken in kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden.

Als mogelijke instrumenten voor een verdiepend kwantitatief werkdrukonderzoek (medewerkers-enquête) zijn onder meer de volgende onderzoeksinstrumenten beschikbaar  WEB-model, VBBA en TNO NOVA-WEBA. Dit zijn onderzoeken die door deskundigen worden uitgevoerd. Daarnaast is de Welzijnscheck-VO beschikbaar die ook in eigen beheer kan worden uitgevoerd.
Een verdiepend werkdrukonderzoek kan ingezet worden als onderdeel van een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) of preventief medisch onderzoek (PMO). Zie bijlage 2.2 Kwantitatieve methodes voor verdiepend werkdrukonderzoek voor meer informatie over de kwantitatieve methodes voor verdiepend werkdrukonderzoek.

Er kan ook gekozen worden voor een kwalitatieve benadering bijvoorbeeld door gestructureerde gesprekken met teams, al dan niet met externe begeleiding.
Daarbij kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van de methodes: ‘Teamwerk-VO’ of ‘Voortgezet werkplezier’. Zie bijlage 2.3 Kwalitatieve methodes.

B. Het vaststellen en treffen van maatregelen tegen hoge werkdruk
Op grond van een analyse van de onderzoeksuitkomsten en het benoemen van knelpunten stelt de werkgever in nauw overleg met de betreffende werknemers en met instemming van de pmr verbetermaatregelen vast. Het gaat daarbij om maatregelen om hoge werkdruk te voorkomen, zowel op afdelingsniveau als -waar nodig- op organisatieniveau. De werkgever neemt de maatregelen op in een plan van aanpak, inclusief een taakverdeling een realistische tijdsplanning en een voortgangsrapportage. Zie Bijlage 2.4 Overzicht van mogelijke werkdrukmaatregelen voor een niet-uitputtend overzicht van mogelijke werkdrukmaatregelen.

Bij de keuze van geschikte maatregelen dient de werkgever de arbeidshygiënische strategie te volgen die aangeeft dat in eerste instantie naar maatregelen moet worden gezocht die de werkdrukoorzaken wegnemen (bronaanpak). Is dat redelijkerwijs niet mogelijk dan zijn maatregelen aan de orde om de werkdruk te beperken (collectieve maatregelen). Als laatste stap zijn de maatregelen aan de beurt die gericht zijn op individuele medewerkers.

Werkdrukmiddelen zoals beschreven in CAO VO
Ook de aanwending van de werkdrukmiddelen zoals beschreven in de CAO VO, maakt deel uit van de te nemen maatregelen in het werkdrukplan; Vanaf het schooljaar 2022/23 is er voor de gehele sector structureel 300 miljoen euro beschikbaar voor maatregelen voor werkdrukverlichting. Het bedrag wordt verdeeld over alle schoolbesturen aan de hand van een tarief per leerling. Cao-partijen hebben afgesproken dat 150 miljoen wordt besteed met een collectieve aanpak waarin schoolleiders, leraren en ondersteunend personeel in overleg treden over de te nemen maatregelen. Daarnaast is er 150 miljoen beschikbaar voor een individuele component waarbij elke medewerker recht heeft op extra tijd voor taakverlichting.

- Collectieve werkdrukmiddelen
50% van de werkdrukmiddelen die de school ontvangt wordt via de collectieve aanpak uitgegeven. De werknemers van een school gaan met elkaar in overleg over het nemen van maatregelen om de werkdruk te verminderen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan extra ondersteuning in de klas, ten behoeve van leerlingenbegeleiding of om de lasten van bepaalde taken te verminderen (zoals mentoraat of surveillance). De werknemers bepalen wat goede maatregelen zijn om hun werkdruk te verminderen. Van belang is in ieder geval steeds dat gekeken wordt naar de school specifieke situatie, zodat werknemers daar zoveel mogelijk in staat gesteld worden om te doen wat ze het beste doen; het verzorgen van goed onderwijs. Zie de tekst van de Cao-bepaling, hoofdstuk 8.6 voor de te zetten stappen, de rol van de pmr, het op te stellen werkdrukplan, de verantwoording en evaluatie en de ondersteuning bij dit proces.

- Individueel deel werkdrukmiddelen
Naast de collectieve maatregelen tegen werkdruk krijgen werknemers meer uren binnen de jaartaak om op individuele basis besluiten te maken die aansluiten bij de specifieke behoeften. Dit wordt gedaan door het individueel keuzebudget van hoofdstuk 7 CAO VO te verhogen naar 90 uur. Om het individueel keuzebudget volledig ten goede te laten komen aan werkdrukvermindering, wordt een aanpassing gedaan in de bestedingsmogelijkheden van het budget. Zie voor de verdere uitwerking de tekst van de Cao-bepaling, hoofdstuk 7.1.

C. Evalueren en waar nodig bijsturen van de werkdrukaanpak
Door middel van een evaluatie beoordeelt de school of het werkdrukbeleid adequaat is en in hoeverre de genomen maatregelen effect hebben. Op basis van de evaluatie kan de werkgever maatregelen aanpassen, nieuwe maatregelen invoeren of opnieuw onderzoek doen. Conform de uitgangspunten van de Nederlandse Arbeidsinspectie voert de school een evaluatie van het werkdrukbeleid en de werkdrukmaatregelen minstens eens per anderhalf jaar uit.
Als uit de evaluatie blijkt dat werkdruk nog steeds een risico vormt? Voer dan de cyclus, van RI&E tot evaluatie, opnieuw uit. Blijf dat doen zolang werkdruk een risico vormt in de school.

Daarnaast is het schoolbestuur vanuit de CAO VO verplicht om in het jaarverslag verantwoording af te leggen over:

  • Totaal te besteden bedrag aan werkdrukmiddelen per school.
  • Wijze van besteding van de werkdrukmiddelen.
  • Betrokkenheid van de medewerkers bij het opstellen van de plannen.
  • Effect van de besteding.

D. Voorlichting en onderricht

  • Zoals artikel 2.15 lid 2 van het Arbobesluit voorschrijft, verzorgt de werkgever voorlichting en onderricht voor medewerkers die mogelijk blootstaan aan hoge werkdruk. Daarin staan de risico’s van werkdruk centraal en de maatregelen die er op gericht zijn de belasting te voorkomen of te verminderen. Met name de onderdelen uit het werkdrukbeleid die van toepassing zijn op de betreffende medewerkers en hun team staan in de voorlichting centraal.
  • Deze voorlichting en onderricht maakt deel uit van het introductieprogramma voor nieuwe medewerkers.
  • Op basis van de RI&E wordt in het werkdrukbeleid van de school vastgesteld hoe vaak en voor welke medewerkers herhalende of verdiepende voorlichting en onderricht wordt aangeboden.
  • Speciale aandacht is vereist voor voorlichting en onderricht aan leidinggevenden over het herkennen van werkdruk bij medewerkers en het bespreekbaar maken van werkdruk en individuelen gesprekken met medewerkers en in teambijeenkomsten.
    De Gesprekshandleiding en -waaier 'Samen in gesprek over meer werkplezier' kunnen daarbij behulpzaam zijn.
  • In de gesprekkencyclus is aandacht voor de juiste persoon op de juiste plaats. Tevens is er aandacht voor de inrichting van de arbeidsplaats, de werkmethoden en de bij het werk gebruikte arbeidsmiddelen. Ook de arbeidsinhoud wordt zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers aangepast (Arbowet art. 3 lid 1c).

Bijlagen

Toelichting op de begrippen werkdruk en wat is werkstress

De cursieve informatie is ter verduidelijking van wat met de tekst wordt beoogd. Deze tekst maakt geen onderdeel uit van de tekst in de Arbocatalogus-VO

De tekst start met een inhoudelijke inleiding op het thema. Deze inleiding is bedoeld voor zowel werkgevers als werknemers als verduidelijking van de termen werkdruk en werkstress en om inzicht te geven in het ontstaan van werkstress opdat effectieve maatregelen getroffen kunnen worden.

Onder deze kop wordt invulling gegeven aan Arbowet artikel 8 lid 1,2, 4 en Arbobesluit artikel 2.15 lid 2. In het kader van PSA wil dat zeggen, hoe de werkgever de werknemers inlicht over:

a. de aan de werkzaamheden verbonden werkstressrisico's;
b. de ‘schoolmaatregelen’ om de werkstressrisico's te voorkomen of te beperken;
c. hoe ondersteuning door de preventiemedewerker(s), BHV-er(s), bedrijfsarts en arbokerndeskundigen is georganiseerd;
d. aan OP en OOP onderricht wordt verstrekt met betrekking tot stressvolle arbeidsomstandigheden;
e. de werkgever toeziet op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van werkstress.

Ga naar het dossier Wat is werkdruk en werkstress op de Voion website >> ​

De begrippen werkdruk en werkstress worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is er een belangrijk verschil. Het begrip werkdruk verwijst naar de inspanning die geleverd moet worden om de werkzaamheden uit te voeren. Werkstress verwijst naar de gevolgen van hoge werkdruk voor de gezondheid van de werknemer. Stress is een van de gezondheidsrisico’s die werkgevers moeten voorkomen door de werkdruk beheersbaar te houden. Maar wat is werkdruk precies?

Werkdruk
Er is geen breed geaccepteerde definitie voor de term ‘werkdruk’ (zie: Multidisciplinaire Richtlijn (nvab-online.nl)). Vergelijk de verschillende definities van werkdruk:

  • werkdruk is een kenmerk van het werk;
  • werkdruk is een kenmerk van zowel het werk als de persoonlijke toestand van de werknemer;
  • werkdruk is een combinatie van kenmerken van werk, persoonlijke toestand en psychosociale omgeving binnen en buiten het werk.

Ook de Arbowet en -regelgeving bieden in dit verband geen oplossing. Werkdruk is in januari 2007 als psychosociale arbeidsbelasting toegevoegd aan de Arbowet. De wet voorziet echter niet in een definitie van werkdruk.

Determinanten die tot werkdruk leiden
Denk aan het nakijken van 28 proefwerken, het samenstellen van 20 leerlingsets voor een scheikundepracticum, ingrijpen bij een beginnende ruzie op het schoolplein etc.

Het begrip werkdruk verwijst naar het werk dat gedaan moet worden. Te onderscheiden zijn kwalitatieve taakeisen (zoals complexiteit en emotionele belasting) en kwantitatieve taakeisen (zoals hoeveelheid en werktempo). Fysieke inspanning laten we hier buiten beschouwing omdat het werk in scholen vooral kennisintensief is met veel sociale uitwisseling. De taakeisen doen vooral een beroep op het sociaal psychologisch en mentaal functioneren.
Volgens Karasek is werkdruk meer dan alleen taakeisen. De mate waarin men zelf kan bepalen hoe om te gaan met de taakeisen, heeft invloed op de ervaren werkdruk. Karasek publiceerde een eenvoudig model om naar kenmerken in het werk te kijken, het zogenaamde Job Demand-Control (JDC) model. Daarin zijn de taakeisen (demand) van het werk afgezet tegen de regelmogelijkheden (control) die het werk biedt.

Figuur 1: Job Demand-Control (JDC) model van Karasek

Werkzaamheden of taken zijn volgens deze kenmerken in vier categorieën in te delen. De combinatie hoge taakeisen (veel, moeilijke en/of emotionele werkzaamheden) met zeer weinig tot geen regelmogelijkheden is zeer belastend en resulteert in een hoge werkdruk. Het is slopend werk, aan het einde van de dag kan men moe en gefrustreerd zijn. In dit soort werk bestaat op termijn het risico op een burn-out. Op het andere uiterste op dezelfde ‘spannings- of stressdiagonaal’ liggen werkzaamheden met lage taakeisen gecombineerd met veel regelmogelijkheden. In dit soort werk ligt verveling en bore-out op de loer.
Actief werk, werk waarvan men aan het einde van de dag moe en voldaan kan zijn, is werk dat gekenmerkt wordt door hoge taakeisen met adequate regelmogelijkheden het werk gedaan te krijgen. Dit is werk met een zogenaamde ‘Gezonde werkdruk’.

Het JDC-model geeft aanknopingspunten voor het voorkomen van werkstress als gevolg van het organiseren of inrichten van het werk. Er zijn echter meer factoren die werkstress kunnen veroorzaken, verzachten en voorkomen. Deze zijn, naast de taakeisen, in het werkstressmodel in figuur 2 opgenomen.

Onder ‘TAAKEISEN Leraarstaak’ in figuur 2 zijn enkele voor docenten beroepsspecifieke factoren weergegeven. Moeilijke, onaangepaste leerlingen (en collega’s) kunnen je emotioneel uitputten en (te) veel correctiewerk in (te) korte tijd moeten wegwerken kan leiden tot te weinig slaap.

Figuur 2: model voor werkdruk (naar Wiezer e.a., 2012)

Onder ‘TAAKEISEN Organisatie’ is aan aantal ‘omgevingsfactoren’ genoemd die meer te maken hebben met de inrichting, cultuur en het functioneren van de school als arbeidsorganisatie dan met de eisen vanuit de verschillende OOP- en OP-functies en taken.
De arbeidsorganisatie kan werknemers faciliteren en helpen het werk tijdig en goed te doen of juist de werknemers belemmeren in de uitvoering. Denk bij het laatste aan ambigue opdrachten, onduidelijkheid over taken en rollen, gebrekkige ict-ondersteuning een (te) bureaucratische organisatiecultuur, toedekkende familiecultuur etc. versus lerende organisatie. Ook zijn keuzes in de inrichting van de arbeidsorganisatie (mede) bepalend voor de regelmogelijkheden van werknemers bijvoorbeeld om het werk zoveel als mogelijk naar eigen inzicht uit te voeren (denk aan: werkwijze, -tempo, -volgorde en samen of alleen oplossingen bedenken en ook om bijvoorbeeld werk en privé in balans te houden).

Werkstress en herkennen van werkstress
Werkstress verwijst naar de (gezondheids)toestand van een persoon. Die toestand kan het gevolg zijn van langdurige blootstelling aan (een vorm van) werkdruk. Werkstress leidt op kortere termijn tot lichamelijke gevolgen (zoals hoofdpijn, verhoogde bloeddruk, hartkloppingen), psychische gevolgen (bijvoorbeeld opgejaagd voelen, piekeren, gespannen voelen, snel geïrriteerd) en/of gedragsmatige gevolgen (zoals slecht slapen, gebrek aan eetlust of te veel eten, toenemend klagen, concentratieproblemen). Wanneer een werknemer gedurende een langere periode werkstress ervaart, bijvoorbeeld omdat de werkdruk hoog blijft en er onvoldoende herstelmomenten zijn, kan een werknemer gezondheidsklachten ontwikkelen. Ook voor de school heeft werkdruk nadelige consequenties, zoals lagere prestaties en kwaliteit, meer verloop en een hoger ziekteverzuim. Voor zowel de werkgever als ook voor de betreffende werknemer is het dan ook zaak de stresssignalen vroegtijdig te onderkennen en bespreekbaar te maken zodat maatregelen genomen kunnen worden.

Buffers tegen werkstress
Als de werkdruk ondanks de beschikbare regelmogelijkheden problematisch wordt, dan hoeft dat niet direct tot stressklachten leiden. Zogenaamde ‘buffers’ als sociale steun van leidinggevende en collega’s, veerkracht en herstelmogelijkheden, waardering (materieel en immaterieel) en het hebben van leer- en ontwikkelingsmogelijkheden kunnen het gevaar van te hoge werkdruk zodanig verminderen dat er geen ernstige klachten ontstaan.

Nadeel van dit TNO-model is dat het alleen de nadelige gevolgen van werk in beeld brengt en geen oog heeft voor de vele positieve aspecten van werk. In het volgende model is daar wel ruimte voor.

Energiebronnen
Werk (en af toe veel werk) is niet alleen een risico voor werkstress. Werk geeft ook structuur en betekenis aan het leven, genereert inkomsten en geeft voldoening. Een ander bekend model voor werkdruk gaat uit van een balans tussen de energievreters (stressbronnen) en energiegevers (motivatoren). Dit model geeft aan dat werkdruk heel persoonlijk wordt ervaren (wat de een, een vervelende taak vindt, vindt de ander juist een uitdagende klus) en dat de verdeling tussen beide factoren bepaalt of je wel of niet werkstress ervaart. Het vergroten van de energiegevers kan dus ook een ingang zijn om de balans te herstellen.

Figuur 3: Werkstressoren en Energie Bronnen (WEB) model

Acute stressreactie
Naast min of meer sluipende vormen van stress bestaat er ook een acute stressreactie ten gevolge van een ingrijpende emotionele gebeurtenis. Ook een daad van agressie of geweld, kan iemand danig uit evenwicht brengen en zelfs leiden tot PTSS. Ook het stelselmatig gepest worden kan relatief snel leiden tot (tijdelijke) uitval uit het werk. Naast de eerder genoemde werkfactoren, kan dus ook sociale onveiligheid een risico zijn voor werkstress.

Samenvattend:

  1. De termen werkdruk en werkstress verwijzen naar respectievelijk kenmerken van het werk en de gezondheidstoestand van werknemers.
  2. Werkdruk en werkstress zijn met elkaar verweven in een proces van oorzaak en gevolg en
  3. Er zijn vormen van werkdruk zijn die géén werkstress veroorzaken (maar vermoeidheid en in het beste geval flow en topprestaties).

De vraag is dan: welke aard of welke vormen van werkdruk veroorzaken over het algemeen werkstress?

Aan de werkzaamheden verbonden werkstressrisico's
In de voorgaande paragraaf werd toegelicht wat onder werkdruk wordt verstaan en hoe het kan leiden tot werkstress. De psychosociale belasting in scholen verschilt tussen functies en voor docenten tussen schoolvakken en onderwijswijstype. Werkgevers (in de praktijk vaak gedelegeerd aan teamleiders of coördinatoren) lichten hun werknemers voor over deze belasting, de gezondheidsrisico’s die daarmee samenhangen en de maatregelen die zijn getroffen gericht op het voorkomen van overbelasting.
Daarbij besteedt de werkgever aandacht aan bijzondere groepen. Denk aan onder meer zwangeren, jeugdigen, starters, zij-instromers.

Kwantitatieve methodes voor verdiepend werkdrukonderzoek

  • Welzijnscheck-VO
    Deze verdiepende digitale vragenlijst naar werkdrukfactoren heeft de mogelijkheid om zowel op individueel niveau een rapportage te genereren voor de werknemer als ook (geanonimiseerd) op organisatie niveau voor het management. Het instrument kan in eigen beheer door de school worden uitgevoerd alsook door een externe organisatie.
  • WEB-model (Werkstressoren-Energiebronnen-Burnout-model)
    Met het Werkstressoren-Energiebronnen-Burnout-model (WEB-model) van Bakker, Schaufeli en Demerouti worden de belangrijkste oorzaken van werkstress en arbeidsplezier in kaart gebracht, ongeacht de aard van de organisatie. Hierdoor is gericht actie mogelijk om werkstressoren aan te pakken en werkplezier te vergroten. Het WEB-model meet risico’s op werkdruk en werkstress, maar ook de positieve aspecten van het werk.
  • VBBA (Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid)
    Deze vragenlijst wordt veel gebruikt door Arbodiensten. De vragenlijst meet naast werkdruk, een groot aantal andere onderwerpen die relevant zijn voor de werkbeleving, zoals agressie en geweld, seksuele intimidatie en werkdruk. De VBBA kan worden aangevraagd bij
    SKB.
  • TNO NOVA-WEBA
    De NOVA-WEBA is door TNO ontwikkeld om werknemers meer invloed te geven op het werk. De vragenlijst meet werkdruk met dezelfde soort vragen als de VBBA, maar kijkt daarnaast nadrukkelijk naar de organisatie van het werk.

Naast bovengenoemde vragenlijsten zijn er andere vragenlijsten in omloop. Zorg dat alleen vragenlijsten worden ingezet die voldoen aan de bovengenoemde eisen van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Kwalitatieve methodes

  • Teamwerk-VO is een procesaanpak, waarmee een school zelf aan de slag gaat om een overmatige werkdruk tegen te gaan en werkplezier te stimuleren. Centraal daarin staat een dialoog waarin gewerkt wordt aan oplossingen voor energievreters. Tussen teamleden onderling, tussen teams en hun leidinggevende en tussen teams en de directeur/bestuurder. De aanpak bestaat uit een aantal stappen die men in een vaste volgorde uitvoert en waarbij ieder een eigen rol heeft. Zie hier voor meer informatie.

  • Voortgezet Werkplezier is een aanpak om werkdruk aan te pakken en werkplezier te bevorderen. De methode is ontwikkeld voor en door docenten, leidinggevenden en ondersteuners in het onderwijs. Met de hele school, een locatie, team of met een paar collega’s neem je de tijd om te kijken hoe de situatie nu is en hoe deze verbeterd kan worden. Gezamenlijk zijn vijf stappen te doorlopen: begrip, inzicht, inspiratie, ideeën en uitproberen. Zie hier voor meer informatie.

Overzicht van mogelijke werkdrukmaatregelen

Werkdrukmaatregelen algemeen

  • Aanpak lerarentekort
    Het voortgezet onderwijs heeft behoefte aan oplossingen voor het lerarentekort. Door regionaal samen te werken kan er op maat gewerkt worden aan dit arbeidsmarktvraagstuk.

    NB> Voion ondersteunt projecten gericht op de aanpak lerarentekort voortgezet onderwijs. Zie voor ondersteuning, projecten en subsidiemogelijkheden: https://www.voion.nl/onderwijsarbeidsmarkt/
  • Effectief taakbeleid
    De ontwikkeling naar een meer kwalitatief taakbeleid, waarbij niet alleen wordt gekeken naar de omvang van de taken, maar waar ook rekening wordt gehouden met persoonlijke wensen, interesse en ontwikkeling van docenten en waar docenten zeggenschap hebben over de invulling en keuze van de werkzaamheden, kan een bijdrage leveren aan het verminderen van de werkdruk. Zie hier voor meer informatie.
  • Ondersteuning van docenten
    De werkdruk van docenten kan worden verlaagd door inschakeling van anderen, bv bij leerlingenbegeleiding, mentoraat of surveillance.
  • Versterking van het strategisch personeelsbeleid
    Het is belangrijk om strategisch personeelsbeleid binnen het voortgezet onderwijs op een (nog) hoger plan te brengen. En tijdig in te kunnen spelen op Zie hier voor meer informatie en handleidingen.
  • Duidelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
    Het uitwerken en communiceren van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de organisatie kan onduidelijkheden wegnemen en werkdruk verlagen. Speciale aandacht kan daarbij uitgaan naar de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van werkdruk.
  • Efficiënt vergaderen
    Efficiënt vergaderen vermindert de werkdruk. Daarom is het van belang om op school- en teamniveau kritisch te kijken naar de hoeveelheid vergaderingen en de duur en efficiency van de verschillende overleggen.
  • Loopbaanperspectief
    Het aanbieden van loopbaanpaden en ontwikkelingsmogelijkheden aan docenten en niet onderwijzend personeel kan bijdragen aan perspectief en werkplezier van medewerkers.
  • Jobcraften in teams
    Teamleden brengen in kaart welke (overhead)activiteiten hun energie geven en welke hen veel energie kosten. Deze inventarisatie is de basis voor een optimale verdeling van de taken onder de teamleden.
  • Verbetering werkprocessen
    Door in samenspraak met betrokkenen in kaart te brengen welke werkprocessen veel tijd en energie vergen, kunnen gerichte verbeteringen worden aangebracht, bv aanpassing van digitale systemen, betere ondersteuning, vermindering administratieve druk.
  • Werkdruk in jaargesprek
    Maak werkdruk één van de vaste thema’s In het jaargesprek tussen leidinggevende en medewerker. Een extra moment om eventuele werkdrukproblematiek en mogelijke maatregelen te bespreken.
  • Training leidinggevenden
    Leidinggevenden leren hoe ze bij medewerkers signalen kunnen opvangen van overmatige werkdruk en hoe daar vervolgens mee om te gaan. Het bespreken van werkdruk in teams en in individuele jaargesprekken kan een belangrijk deel uitmaken van deze training. De Gesprekshandleiding en -waaier 'Samen in gesprek over meer werkplezier' kunnen daarbij behulpzaam zijn.
  • Cursusaanbod voor medewerkers
    Het aanbieden van trainingen over timemanagement en werk-privé-balans kan één van de onderdelen zijn van een bredere werkdrukaanpak.

Zie voor meer inspiratie: https://www.voion.nl/veilig-en-vitaal-werken/werkdruk-en-werkstress/werkdruk-en-werkstress/

Werkdrukmaatregelen gericht op specifieke doelgroepen:

  • Afspraken deeltijders
    Voor deeltijders zijn er enkele extra aandachtspunten om hoge werkdruk te voorkomen, zoals het bewaken van het takenpakket en het maken van afspraken over deelname aan vergaderingen en studiedagen. Of een efficiënt verloop van de samenwerking met een eventuele duopartner.
  • Begeleiding stagiairs
    Studenten die in een school stage lopen, kunnen een kwetsbare groep vormen. Ook als het om werkdruk gaat. Een school die een stagiair aanneemt, legt de begeleiding van de stagiair vast in een stageplan of BPV-plan (plan voor beroepspraktijkvorming). Bij die begeleiding is de werkdruk en ontwikkeling van de stagiair een vast thema.
  • Begeleiding startende docenten
    Om uitval onder startende docenten te voorkomen kan een inwerktraject opgezet worden dat hen ondersteunt in hun professionele en persoonlijke ontwikkeling als docent. Ook kan werkdrukvermindering worden gerealiseerd door het takenpakket af te stemmen op de draagkracht van de beginnende docenten. Zie hier voor meer informatie en aanbevelingen om de uitval onder startende docenten in het voortgezet onderwijs te voorkomen.
  • Maatwerkafspraken in het kader van werkdrukverlichting
    Voor specifieke groepen kwetsbare medewerkers of voor individuele medewerkers kan de werkgever maatwerkafspraken maken om hun werkdruk te verlichten. Zoals voor mantelzorgers en oudere medewerkers.

Wilt u een beeld van de psychosociale arbeidsbelasting (PSA), hoe medewerkers hun werk beleven? Gebruik dan het Voorbeeldrapport Quickscan PSA >>

 

Datum laatste wijziging:
woensdag 15 februari 2023

Goedgekeurde norm:

Wordt gehanteerd door
de Nederlandse Arbeidsinspectie.


Geldigheidsduur:

januari 2023 - januari 2029.

Contact over deze norm?

Mail de redactie over deze norm