Norm: Voorlichting en onderricht over agressie en geweld door derden
Geef werknemers die te maken (kunnen) krijgen met agressie en geweld door derden herhaaldelijk doeltreffende voorlichting en zo nodig training. Op basis van de RI&E legt de school vast welke werknemers welk soort voorlichting en/of training aangeboden krijgen. Nieuwe werknemers ontvangen deze voorlichting en onderricht zo vroeg mogelijk.
Minimum eisen
Werknemers die contact hebben met leerlingen, ouders/verzorgers zijn in ieder geval getraind in het hanteren van agressie en het inzetten van de-escalatietechnieken.
Goede voorlichting:
- gaat specifiek in op de functie, rol en situatie van de werknemer;
- bespreekt de verschillende vormen van agressie (reactief en proactief/instrumenteel), hoe die te herkennen zijn en hoe er mee om te gaan;
- behandelt specifieke risico’s, laat zien hoe werknemers die kunnen herkennen, en wat de gevolgen ervan kunnen zijn;
- bespreekt de maatregelen en mogelijke benaderingen bij de verschillende risico’s, dit op basis van het protocol voor agressie en geweld;
- gaat uit van een eenduidige werkwijze voor alle werknemers bij incidenten en een vaste manier om incidenten te melden;
- maakt duidelijk wie verantwoordelijk is voor de maatregelen.
Trainingen in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld:
- de trainingen moeten, zo vaak als nodig blijkt[1], bijgehouden worden, zodat de kennis en vaardigheden van werknemers op peil blijven en zodat zij de juiste vaardigheden hebben voor nieuwe situaties en ontwikkelingen;
- houd als school bij welke werknemers trainingen hebben gevolgd.
[1] Bijvoorbeeld uit de jaarlijkse evaluatie van het sociaal veiligheidsbeleid
Datum laatste wijziging:
dinsdag 29 april 2025