Norm: Machineveiligheid - Bedieningsmiddelen

Inhoud van deze pagina

Vraag

Hoeveel noodstoppen moeten er in een (praktijk)lokaal zijn?

Het exacte aantal noodstoppen dat nodig is in een praktijklokaal is niet vastgelegd in de Arbowet. Wat belangrijk is, is dat docenten, TOA’s of instructeurs in een noodsituatie veilig en snel kunnen ingrijpen. Omdat zij toezicht houden op meerdere leerlingen moeten zij ook op afstand kunnen ingrijpen. Een draagbare centrale noodstopvoorziening kan hiervoor een oplossing zijn. Ook kunnen meerdere noodstopvoorzieningen op strategische plekken in het lokaal worden geplaatst, zodat deze in een noodsituatie snel en eenvoudig te bedienen zijn. De wet schrijft geen specifiek aantal noodstoppen, maar stelt wel als eist dat er adequaat, dus snel en effectief, gehandeld kan worden.

Waar moet u op letten bij het plaatsen van noodstoppen? 

  • In een praktijklokaal moeten in een noodsituatie alle machines en gereedschappen veilig uitgeschakeld kunnen worden. De focus van de docent en TOA/instructeur ligt dan volledig bij de noodsituatie en niet meer bij het toezicht op overige leerlingen. Om (meer) ongelukken te voorkomen en snel te kunnen reageren moeten de machines en gereedschappen waarmee leerlingen werken, direct stopgezet kunnen worden.
  • Een noodstop is alleen nuttig als een machine snel en veilig kan worden uitgezet. Bij simpele machines, zoals een kolomboormachine, heeft een noodstop weinig toegevoegde waarde. Deze stopt namelijk niet snel genoeg of is al makkelijk uit te zetten met de normale aan/uit schakelaar.
  • Bij grotere en krachtigere machines is een noodstop wél belangrijk. De machine moet dan binnen een paar seconden tot stilstand komen. Dit kan bijvoorbeeld met een remsysteem dat de bewegende delen snel stopt. De apparatuur moet veilig en direct uitgeschakeld kunnen worden.
  • De aan-/uitschakelaar van machines en gereedschappen, waarvan de stroomtoevoer is onderbroken, moet automatisch in de uitstand komen. Als de stroomtoevoer wordt hersteld, moet de machine of het gereedschap handmatig opnieuw worden aangezet. Dit voorkomt dat machines en gereedschappen vanzelf starten zodra er weer stroom beschikbaar is.

Advies
Betrek de preventiemedewerker of veiligheidskundige bij het ontwerp of de inrichting van praktijklokalen. Laat hen beoordelen wat nodig is en neem dit op in de RI&E (Risico-Inventarisatie & Evaluatie). Hierin worden alle risico’s geïnventariseerd en passende maatregelen vastgesteld, waaronder het aanbrengen van noodstopvoorzieningen.

Meer informatie is te vinden in de norm Machineveiligheid - bedieningsmiddelen.​

Zijn er voor het hanteren van specifieke apparatuur (lasapparaten, freesbanken, vlak- en vandiktebank) certificaten nodig om deze (veilig) te gebruiken​?

De Arbowetgeving schrijft over het algemeen geen certificaten voor om te mogen werken met specifieke apparatuur. Arbeidsmiddelen hebben wel een CE-markering inclusief gebruikshandleiding en veiligheidsparagraaf. Het primaire doel van die markering is om een internationale (minimum) standaard af te spreken. Vrije handel binnen de lidstaten wordt zo vergemakkelijkt en veiligheid bij het gebruik van producten verhoogd. 

Het is belangrijk om apparaten aantoonbaar volgens de gebruiksaanwijzing te gebruiken. De leverancier verzorgt in sommige gevallen opleidingen in het juist en veilig gebruik. Het gaat dan om het verrichten van de juiste handelingen en niet om de certificering van de apparaten.

Er zijn uitzonderingen, maar die hangen vaak samen met een beroep: vorkheftruckschauffeur, (kraan)machinist etc.

Lees meer over certificatie en de Arbowet op de website van Arboportaal >>

Is er een lijst waar alle pictogrammen voor gevaar en waarschuwingen op staan?

Ja, bijlage XVIII van de Arboregeling bevat een opsomming van Veiligheids- en Gezondheidssignalering. Dat zijn verbods-, waarschuwings-, gebods- en reddingborden. In bijlage XIX van de Arboregeling staan hand- en armseinen. De afbeeldingskwaliteit van de borden/pictogrammen op deze ‘wettenbank’ van de overheid is helaas slecht. Marktpartijen bieden kwalitatief betere afbeeldingen aan.

De veiligheids- en gezondheidssymbolen in bijlage XVIII en de hand- en armseinen in bijlage XIX horen bij Hoofdstuk 8. Veiligheids- en Gezondheidssignalering van de Arboregeling waarin 29 voorschriften zijn opgenomen over onder meer de vorm en kleur en de plaatsing van signaleringen. Hoofdstuk 8 is een uitwerking van artikel 8.4 van het Arbobesluit Algemene vereisten veiligheids- en gezondheidssignalering.

Naast de veiligheids- en gezondheidssignalering pictogrammen, gelden wereldwijd ook dezelfde pictogrammen voor etikettering van gevaarlijke stoffen. Deze officiële pictogrammen staan op de website van ECHA >>