Norm: Bedrijfshulpverlening en schoolnoodplan

Inhoud van deze pagina

Vragen

In de Arbocatalogus-VO staat dat BHV’ers adequaat moeten zijn opgeleid. Bestaat er daarnaast binnen het voortgezet onderwijs een verplichting dat er een aantal EHBO’ers moeten zijn die EHBO Oranje Kruis hebben? Of volstaat het om getrainde BHV’ers te hebben met een BOC of EHBO certificaat?

In het voortgezet onderwijs worden geen certificeringseisen gesteld aan BHV’ers. BHV’ers moeten wel kunnen omgaan met de gevaren die uit de RI&E blijken. Natuurlijk zullen sommige BHV’ers EHBO Oranje Kruis hebben en zullen ook sommige scholen willen dat hun BHV’ers een diploma of getuigschrift hebben. Al was het alleen maar vanwege de aantoonbaarheid van ‘adequaat opgeleid zijn’.

Het criterium voor ‘adequaat opgeleid zijn’ wordt afgeleid uit:

  1. de eigen RI&E (wat kan allemaal misgaan in het eigen bedrijfsproces?);
  2. wat mis kan gaan in de omgeving (chemische fabriek als buurman, bendegeweld in de wijk etc.) en;
  3. aanrijtijden van professionele hulpverleners (dat is de tijd die je als werkgever hebt te overbruggen met de opdracht de zaak niet verder te laten verergeren).

Hoeveel BHV'ers moeten er aanwezig zijn tijdens feestavonden?

In elke school moeten de bedrijfshulpverleningstaken zijn vastgelegd en personen zijn aangewezen die de taken van bedrijfshulpverlener uitoefenen. Zowel een onderwijzend personeelslid (OP'er) als een onderwijsondersteunend personeelslid (OOP'er) kan BHV'er zijn. Vanaf 1 januari 2007 schrijft de Arbowet niet langer het aantal BHV'ers voor. De school moet dit zelf vaststellen. Belangrijk bij het vaststellen voor het aantal (aanwezige) BHV'ers is dat de school tijdig moet kunnen reageren in een noodsituatie (EHBO, beginnende reanimatie, alarmeren). De vervulling en de continuïteit van de BHV-taken moet gewaarborgd zijn en dus moeten de aanwezige medewerkers snel de weg naar de BHV'er vinden en/of snel contact kunnen opnemen met de BHV'ers. Tevens is het belangrijk dat de kennis en vaardigheden van de BHV'ers worden onderhouden door ieder twee jaar een herhalingscursus te volgen.

Deze informatie vindt u ook in de norm Bedrijfshulpverlening en schoolnoodplan.

Bestaat er een EHBO verplichting voor docenten lichamelijke opvoeding, techniek, beeldende vorming, motorvoertuigen e.d.?

Nee.
De arbowet schrijft geen specifieke opleidingen of cursussen voor. Ook in de Arbocatalogus-VO is afgezien van een norm die specifieke opleidingen voorschrijft. De werkgever moet echter werknemers aanwijzen die de rol van bedrijfshulpverlener (BHV'er) op zich nemen. Deze rol kan door elke medewerker ingevuld worden. BHV-ers moeten voldoende gekwalificeerd zijn om hun taken uit te kunnen voeren, en worden daartoe adequaat opgeleid. Het is daarom niet verplicht als docent in een van bovenstaande vakken een EHBO opleiding gevolgd te hebben.

Zie ook de norm Bedrijfshulpverlening en schoolnoodplan.

Is het verplicht/noodzakelijk dat BHV'ers worden ingezet bij meerdaagse reizen of excursies die vanuit school worden georganiseerd?

Nee.
In elke school moeten de bedrijfshulpverleningstaken zijn vastgelegd en personen zijn aangewezen die de taken van bedrijfshulpverlener uitoefenen. Zowel een onderwijzend personeelslid (OP'er) als een onderwijsondersteunend personeelslid (OOP'er) kan BHV'er zijn.
Schoolreisjes, excursies,...etc vallen echter niet onder de werking van de arbowet. Daarom staat er ook in de Arbocatalogus-VO niets over vermeld. De school is echter verantwoordelijk voor de aan haar toevertrouwde leerlingen. In het VO-signaal over aansprakelijkheid staat dat de school een verwijt gemaakt moet kunnen worden voor er aansprakelijkheid ontstaat.
Dat er begeleiders mee moeten is niet meer dan logisch. Wellicht stelt de verzekeraar eisen aan de ratio begeleider-leerling of aan de kennis en kunde (dus 'BHV' taken of bijvoorbeeld alleen EHBO) van de begeleiders. Verder is hier het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Hoe moet een calamiteit worden gemeld?

Hoe een calamiteit moet worden gemeld is niet wettelijk voorgeschreven. Wel schrijft de Arbowet in artikel 15 voor dat de school moet zorgen voor adequate (bedrijfs)hulpverlening. Eén van de expliciet genoemde verplichtingen betreft het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of inrichting (lid 2 c). In een schoolnoodplan of calamiteitenplan moet u beschrijven hoe uw school omgaat met calamiteiten. Hoe u het plan test, bijstelt en oefent.

In de norm Bedrijfshulpverlening en schoolnoodplan vindt u de eisen waaraan uw schoolnoodplan moet voldoen.

Moet een ontruimingsoefening altijd aangekondigd worden?

Nee.
In de Arbowetgeving is niet vastgelegd of een ontruimingsoefening aangekondigd of onaangekondigd moet gebeuren. Wel staat in de Arbowet dat een ontruimingsoefening moet plaatsvinden om de kennis en vaardigheden van de BHV‘ers op peil te houden. Leren van de ontruimingsoefening is dus het belangrijkste doel. Het wel of niet van te voren aankondigen hangt dan af van wat de school wil leren van de oefening. En dat hangt uiteraard weer af van de mate waarin de school al geoefend is in het ontruimen. Bepaal voor de ontruimingsoefening wat het leerdoel is en waarop je tijdens de oefening let of wat je wilt meten, de benodigde ontruimingstijd bijvoorbeeld. Laat daar de beslissing al of niet aankondigen van af hangen.

Zie ook de norm Bedrijfshulpverlening en schoolnoodplan.

Is het verplicht om EHBO of BHV-medewerkers in dienst te hebben?

Ja, al is EHBO niet verplicht.
In de Arbowet is opgenomen dat de werkgever verplicht is maatregelen te treffen op het gebied van bedrijfshulpverlening. Bedrijfshulpverlening is één van de onderwerpen die bijdragen aan een goed arbobeleid. Bedrijfshulpverlening houdt onder meer in dat u als werkgever maatregelen moet nemen voor het verlenen van eerste hulp bij ongevallen, brandbestrijding en evacuatie. Deze maatregelen gelden zowel voor werknemers als voor andere aanwezigen op uw schoolterrein. Naast het nemen van maatregelen is het ook belangrijk dat u contacten onderhoudt met de desbetreffende externe hulpverleningsorganisaties als zich een ongeval voordoet.

De kerncompetenties van een BHV’er zijn:

  • Hij/zij moet snel kunnen ontruimen.
  • Hij/zij moet adequaat een (beginnende) brand kunnen blussen.
  • Hij zij moet adequaat alarm kunnen slaan naar hulpdiensten.
  • Hij/zij moet eerste levensreddende handelingen kunnen verrichten (dat is minder dan een ehbo-deskundigheid).

Het aantal BHV-ers dat u aanstelt ligt niet vast in de wet en het aantal EHBO’ers al helemaal niet. Dit geldt ook voor de manier waarop u de BHV-er in uw bedrijf organiseert. En voor de verhouding BHV-EHBO’ers. Echter, bij het bepalen van het aantal BHV-ers én de wijze waarop u de BHV organiseert, moet u wel rekening houden met de grootte van uw school (vooral ook: het aantal verdiepingen en/of locaties) en de risico’s in uw school, die aan het licht zijn gekomen op basis van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E).

Als u bedrijfshulpverleners aanstelt, moet u ervoor zorgen dat zij beschikken over een goede opleiding en uitrusting om hun taken goed uit te voeren. Bij afwezigheid moet iemand anders de taken overnemen.

Is een jaarlijkse herhalingstraining BHV noodzakelijk? Wat is er wettelijk geregeld? Wat moet en wat mag? Hoe gaat dit in de praktijk?

Wat is er wettelijk geregeld? Wat moet er en wat mag er?
De arbowet geeft geen voorschriften aan de frequentie van de BHV herhalingscursussen. In de Arbocatalogus-VO normen is vastgelegd dat: De BHV-ers adequaat zijn opgeleid en dat de kennis en vaardigheden van de BHV-ers worden onderhouden door iedere twee jaar een herhalingscursus te volgen. Men mag van de Arbocatalogus afwijken indien men kan onderbouwen dat de afwijking minimaal gelijkwaardig is. De normen uit de Arbocatalogus zijn vastgesteld door de sociale partners, goedgekeurd door de Nederlandse Arbeidsinspectie en wordt gehandhaafd door de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Wat moet er en wat mag er?
Men moet minimaal voldoen aan de wettelijke eisen, in dit geval de normen uit de Arbocatalogus-VO.
Daarnaast moet het passend zijn voor de praktijk. Door een gerenommeerde BHV opleidingsinstelling als NIBHV wordt een herhalingsfrequentie van 1x per jaar gehanteerd. Hierop zijn ook alle certificaten die onder auspiciën van NIBHV worden uitgegeven, ook slechts één jaar geldig. Echter deze jaarlijkse frequentie is een bepaling van NIBHV zelf en heeft geen wettelijke basis.

Hoe gaat dit in de praktijk?
In de praktijk wordt veelal jaarlijks een redelijk standaard herhalingscursus BHV gegeven. Een herhalingscursus 1x per 2 jaar is te weinig is om als BHV’er adequaat te kunnen handelen. Een prima alternatief is om jaarlijks bij het begin van het schooljaar een uitgebreid ontruimingsoefening op de schoollocatie te houden met alle bij het ontruimingsplan betrokkenen (receptie, docenten, leerlingen). Dit evalueren met de BHV’ers en dat aanvullen met enkele vaardigheden t.a.v. relevante levensreddende handelingen (LRH).
Ofwel jaarlijks minimaal een halve dag voor herhaling in de vorm van een op de onderwijslocatie afgestemde oefening (onder begeleiding van een externe opleider) met evaluatie en aanvullende instructies LRH (maatwerk).

Is een defibrillator op school verplicht?

Nee.
Scholen zijn niet verplicht een defibrillator aan te schaffen. De arbowet heeft ten doel dat de werknemer veilig en gezond moet kunnen werken binnen de school. Een defibrillator kan dat voor een gedeelte bewerkstelligen. Het is aan de school zelf om te beslissen een defibrillator ook daadwerkelijk aan te schaffen. Wel zie je tegenwoordig steeds vaker AED's hangen in veel publieke ruimte.