Norm: Lawaai en gehoorbescherming

Inhoud van deze pagina

Tips

  • Boven 80 dB(A) is er sprake van schadelijk geluid. Een vuistregel om dit te onderkennen is: indien met stemverheffing gesproken moet worden om op 1 meter verstaanbaar te zijn, is het geluidsniveau hoger dan 80 dB(A).
  • In principe zijn er twee typen gehoorbeschermingsmiddelen, t.w. middelen die in het oor gedragen worden (oordopjes etc.) en kappen die over het oor gedragen worden.
  • De arbodienst kan nader adviseren over de mogelijkheden van gehoorbescherming.
  • Het audiologisch onderzoek kan door de Arbodienst worden verricht.
  • Voorbeelden van praktijkruimtes waarbij gehoorbescherming noodzakelijk is, zijn:
    • machinale houtbewerking;
    • motorvoertuigentechniek;
    • machines groene ruimte;
    • plaatwerken.
  • Lawaai kan ook met organisatorische maatregelen aangepakt worden, zoals:
    • pas geluidsarme technieken toe (bijv. schroeven in plaats van spijkeren);
    • zorg voor scheiding van ruimtes waar werk met en zonder lawaai wordt uitgevoerd zodat werknemers niet onnodig belast worden;
    • gebruik niet teveel machines gelijktijdig;
    • beperk de tijdsduur dat men aan lawaai wordt blootgesteld zoveel mogelijk;
    • beperk leegloop.