Nee, scholen zijn niet verplicht een defibrillator aan te schaffen. De bedoeling van de arbowet is dat werknemers veilig en gezond moet kunnen werken. Een defibrillator kan dat voor een gedeelte bewerkstelligen. Het is aan de school zelf om te beslissen een defibrillator ook daadwerkelijk aan te schaffen. Wel zie je tegenwoordig steeds vaker AED's hangen in veel publieke ruimte.
In de Arbowet en de beleidsregels wordt niet expliciet aangegeven dat de temperatuur of de luchtvochtigheid niet hoger of lager mag zijn dan. In de Arbowet staat dat er sprake moet zijn van een behaaglijke temperatuur in relatie met de te verrichten arbeid en dat het klimaat niet tot schade van de gezondheid mag leiden. Behaaglijkheid is een subjectief begrip, wat de ene werknemer als een prettige temperatuur ervaart kan voor de andere werknemer veel te warm zijn. Er is sprake van een behaaglijk kilmaat als minder dan 20% van de werknemers over het klimaat klaagt.
Vanuit de ISO-normering zijn er wel enkele regels:
Over het algemeen wordt een relatieve luchtvochtigheid tussen de 30 en 70% als behaaglijk ervaren. De moeilijkheid bij het regelen van de luchtvochtigheid is dat de hoeveelheid vocht in de lucht altijd relatief is. Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht. Vandaar dat verwarmde lucht in de winter meestal zeer droog is en een relatief vochtigheidspercentage heeft dat ver beneden de 45% ligt en dus als oncomfortabel gewaardeerd wordt. Vooral een ruimte met veel katoen en of onbewerkt hout of beton of waarin veel papier ligt opgeslagen, kan veel vocht absorberen voordat het in de lucht terechtkomt.
Voor de vo-sector staan de afspraken in de Arbocatalogus-VO. De normen bieden duidelijke aanknopingspunten om een veilig en gezond werk- en leerklimaat te creëren. De naleving van de normen uit deze lijst is niet vrijblijvend. De Nederlandse Arbeidsinspectie gebruikt de arbocatalogus als uitgangspunt bij haar inspecties. In de Arbocatalogus-VO wordt als minimum eis aangegeven dat de relatieve luchtvochtigheid tussen de 35 en 65% moet zijn.
Zie voor meer informatie de norm Kantoorwerkplekken.
Datum laatste wijziging:
woensdag 11 mei 2011